Audio

Text

Het leven van Behrend Folkerts Geykenen zijn vrouw Antje is ten goede en ten kwade nauw aan de zeevaarderstraditie van hier verbonden. Zoals u op de kostbare grafobelisken kunt zien, waren de Geykens in geen geval arme mensen. Al sinds vele generaties, teruggaand tot en met de 17. eeuw waren de Geykens bezig in de scheepvaart, voor het eerst als turfschippper, die via de veenkanalen de gestoken turf wegvoerden, later als kustvaarder en tenslotte zelfs op grote vaart naar de overzee. Behrend Folkerts Geyken was een succesvol werkende reder met een hele reeks aan schepen. Bovendien bedreef de familie landbouw op eigen hof. Hij en Antje waren ouders van in z`n geheel 7 kinderen, 4 dochters en 3 zoons, van wie een maar weinige dagen na geboorte overleed.

De twee verbleven zoons voeren op zee, Bernhard de jongere van die beiden, verteld in zijn herinneringen, dat hij er geen plezier in voelde, om de traditie van de familie te volgen. Na zijn diploma van de lagere school (Volksschule/Basisschool) ) op 14-jarige leeftijd werd hij maar wel gedwongen door zijn ouders, die geen tegenspraak duldden. Dus hij monstreerde tegen zin wil op de „Flora“ aan, waaarop zijn oudere broer Heye kapitein was. Mischien had hij al een idee, wat hem te wachten stond. Ze voeren richting Noorwegen, om van daar een lading hout te halen, en kwamen er in een storm met zware zeeen terecht. Het scheep sloeg lek, en de bemanning moest zich in geval van hoge golven in de reddingsboot vluchten , een „notedop“ , waarmee ze zich alleen met veel moeite boven water staande konden houden. Gelukkig werden ze al spoedig door een stoomboot uit Danzig geborgen. Met deze boot ging het eerst naar Londen, voordat ze hun terugreis konden beginnen. Na deze gebeurtenissen was zijn zin in de zeevaart helemaal verdwenen. Hij verbleef liever op de hof van zijn ouders, die hij toekomstig bewerkte. Maar zijn broer Heye ging opnieuw op grote vaart, deze keer met de schoener „Adele“. In 1888, maar een jaar na de avarij van de „Flora“ was Heye onderweg op de Altlantische Oceaan. Hij haalde een lading geelhout voor het verwen van stoffen uit Venezuela met de bestemming Falmouth bij de toegangsweg naar de kanaal. Daarheen gingen toen vaak de vrachtbestellingen, dus, men wist dikwijls tijdens de passage nog niet, aan wie de lading in Europa ging en meerde in Falmouth aan, om daar verdere aanwijzigingen te ontvangen. Maar de „Adele“ bereikte Falmouth nooit, maar bleef op zee vermist en Heye keerde nooit naar zijn ouders terug. Hoe erg dit verlies geweest is, kan je nog vandaag aan het graf van Berend en Antje Geyken aflezen . De achterkant bestaat alleen uit een monument van de schoener „Adele“ en de kaptein met bemanning. Overigens is de familie niettemin aan de zeevaart trouw gebleven. De achterachterkleinzoon van Behrend Folkerts en Antje Geyken is de welbekende reder Horst Werner Janssen uit Elsfleth.