Ochtrup

Audio

Text

Oh, dat is leuk, dat u bij mij op visite komt! Weet u, vandaag de dag heb ik niet meer zo veel loopvisite als vroeger. Toen mijn lieve Heinrich nog leefde, toen was alles nog anders. Toen stond de naam Ohm nog voor de apotheek in Ochtrup. En wat waren de bewoners van Ochtrup blij dat ze ons hadden! De mensen konden zich nog aan de tijd herinneren dat ze hier geen apotheek hadden. Alleen maar een arts, Johannes Gärtner, ook wel liefdevol dokter Jans genoemd door de mensen hier. Onvoorstelbaar tegenwoordig! Hij verzorgde de hele omgeving van Ochtrup tot aan Gronau, en werd zelfs in Nederland gevraagd als verloskundige. Die man had lange werkdagen! Het was dan ook vaak al ’s nachts als hij weer thuiskwam. De nabijgelegen dorpen bezocht hij op twee dagen per week te voet, de wat verder gelegen plaatsen op een derde dag, later vaak met paard en wagen. De mensen betaalden hem met wat ze hadden: eieren, ham, van alles. Zijn zoon heb ik ook nog leren kennen. Hij was een erg beroemde expert op het gebied van hygiëne en werd ereburger van Ochtrup! Lokaal was hij bekend als de Wasserpapst, de waterpaus, die steeds weer waarschuwde dat de giersloten te dicht bij de drinkwaterbron lagen. Dat was ook een geknoei. Later werkte hij onder Robert Koch in Berlijn en ontdekte daar een bacterie, die tot op de dag van vandaag zijn naam draagt: Bacillus enteritidis Gärtner. Hoezo was ik eigenlijk überhaupt aan het praten over de Gärtners? Ach ja, klopt, ik was net aan het vertellen dat dokters hun patiënten vroeger wel eens het een of andere middeltje verkochten, terwijl dat eigenlijk helemaal niet mocht. Maar ja, waar moesten die arme mensen anders hun medicijnen vandaan toveren? Ochtrup kreeg pas in 1861 een eigen apotheek, een bijkantoor van de apotheek in Epe, een plaats een paar kilometer ten westen van hier. Tja, en toen kwamen wij! Mijn lieve Heinrich en ik besloten om een mooi apotheekje aan de rand van de oude stad te bouwen. Ze moest wat Nederlands ogen. Piekfijn, met rode bakstenen en witte elementen. Ach, onze apotheek was echt een plaatje: met een mooie grote tuin, waar we zelf kruiden voor onze geneesmiddelen konden verbouwen. Heinrich en ik woonden samen met onze zonen in de woning boven de apotheek. 1890 was het huis klaar en kregen we al snel de licentie voor onze “Adelaars”-apotheek!

Mijn arme Heinrich heeft in de loop der tijd zo veel mensen geholpen, maar zichzelf helaas niet. Sinds zijn dood verhuur ik de apotheek en heb eigenlijk geen idee, hoe het verder moet gaan…

Zo, ik wil u ook niet verder ophouden, u heeft zeker nog genoeg te doen. Maar als u wilt, mag u te allen tijde weer op bezoek komen!