Töddenlandroute

Audio

Text

Elke familie heeft zijn eigen geschiedenis met pieken, dalen en een aantal afgronden. Ook toen de Tödden welvarende mensen waren, bleef het noodlot ze niet bespaard. Dat bewijst een uittreksel uit het origineel behouden kroniek van de familie Kemler uit Schapen:
„Heinrich Kemler, de schrijver van de Kemlersche familiegeschiedenis, trouwde in 1825 met Dina Müller. De twee kregen een zoon – Franz Joseph Kemler – maar de vrouw stierf slechts enkele jaren na de geboorte van de jongen. Daarna trouwde Heinrich Kemler voor de tweede keer, dit keer met Dina Kerkhoff uit Papenburg. Het echtpaar erfde het huis van zijn ouders in Schapen. Hier leefden ze samen en zorgden ze voor hun nichtje, Pauline Kemler, waarvan beide ouders al jong waren gestorven.
Een korte tijd later verhuisde Heinrich Kemler naar Holland, om zijn werk in Groningen beter te kunnen uitoefenen. In Holland hield hij het echter niet lang uit en nog hetzelfde jaar keerde hij weer terug naar Schapen. Lang leefde hij daar niet meer, hij stierf al in zijn 44ste levensjaar, op 28 april 1846. Zijn enige zoon Franz Joseph Kemler werd in februari 1846 mede-eigenaar van het bedrijf van zijn vader.
Misverstanden met de oudere mede-eigenaren deden hem het bedrijf al snel opgeven. Hij richtte toen een concurrerend bedrijf op, samen met Albert en Joseph Gronover uit Greven, onder de naam Gronover Kempler & Comp. Franz Joseph Kemler bleef ongehuwd en stierf in 1862 in Schapen. Hiermee stierf de mannelijke tak van de familie Kemler uit. Het van zijn vader geërfde vermogen liet hij na aan zijn stiefmoeder Dina Kerkhoff.