Töddenlandroute

Audio

Text

Ziet u deze mooie, oude boerderij? Dat is het Hof Holling. Als het hof zou kunnen spreken, dan zouden we hier morgen nog naar de verhalen staan luisteren. Hier is heel veel gebeurd, dat kan ik u vertellen. Hier heeft de boerenfamilie Holling gewoond. Een echte Brenninckmeyer heeft zijn oog op hun dochter laten vallen. Die twee zijn verliefd geworden en snel daarna getrouwd. Een Töddenzoon en een boerendochter – dat was me wat in die tijd.
Na de bruiloft werd de familie geen Holling, maar Hopster-Brenninckmeyer genoemd. U vraagt zich nu natuurlijk af hoe ik dat allemaal weet: mijn voorouders stammen af van de Brenninckmeyer-dynastie. Ze kwamen uit Mettingen en zaten sinds de 17e eeuw in de Töddenhandel. Zij waren ook degenen, die de hele zaak aan het rollen hebben gebracht. Het succes van de Tödden kwam namelijk zo:
Alles begon na de 30-jarige oorlog. Destijds zijn er veel mensen uit deze regio vanwege de grote armoede naar Holland vertrokken om te gaan turf steken of grasmaaien. De mannen namen linnen mee naar Holland – en wat ze niet voor zichzelf nodig hadden, hebben ze toen verkocht. Daarbij ontdekten ze dat men met de verkoop van linnen makkelijker, beter en sneller geld kon verdienen dan met turven. De handel in linnen, en later ook met ijzerwaren, ging eeuwenlang goed en de Tödden leefden het goede leven.
Dit hield stand tot 1810. Toen kwam Napoleon voorbij en heeft tijdens de oorlog veel verwoest. Hij kondigde ook verschillende verboden af: zo mocht er vanwege het continentaal stelsel geen linnen meer vanuit het Tecklenburger Land aan Engeland worden verkocht. Niet veel later hebben de Hollanders plotseling hele hoge tolgelden in het leven geroepen, wat de handel nog moeilijker maakte. Door de industrialisering en de uitvinding van de mechanische weefstoel werden de Tödden nog meer gedwarsboomd. Met de opening van de eerste confectiewinkel in Holland heeft de zogenaamde „moderne tijd“ de Tödden de das omgedaan.
Alleen nog de zuil die u daarachter ziet – het Mariamonument – herinnert aan de toenmalige glansperiode.