Clara Glowacz: Goedendag.

Schwester Berthilda: Ah! Goedendag, mijn kind. Jij moet Clara zijn. Ik ben zuster Berthilda, de leidster van het Mariahuis. Jij wilt dus bij de gebroeders Laurenz in de weverij werken? Je oogt nog zo jong!

Clara: Ik ben geboren op 04-08-1882 en 15 jaar oud, zuster Berthilda.

Berthilda: Zo zo. En waar kom je vandaan?

Clara: Uit Gelsenkirchen, zuster Berthilda.

Berthilda: Nou, één ding zal ik je vertellen: je hebt geluk gehad dat je een baan hebt gekregen bij de gebroeders Laurenz. Je verdient hier eerlijk geld en hoeft je geen zorgen te maken over onderdak. De gebroeders Laurenz zijn godvrezende mensen, die voor hun medewerkers alleen het beste willen. Daarom hebben ze ook dit tehuis voor minderjarige meisjes, waar ook jij zult wonen. Mijn medezusters en ik zullen voor jou zorgen, mijn kind.

Voor onderdak, de kost en de was zal je 4,50 Mark per week betalen.

Clara: Maar zo veel geld heb ik niet!

Berthilda: Domoor! Dat geld wordt vanaf nu van je loon afgetrokken, dus daar hoef je je niet druk om te maken! Sowieso zal je na iedere betaling je loon aan mij geven. Hetgeen dat na het aftrekken van de 4,50 mark overblijft, zal ik voor jou naar de bank brengen, zodat je later een mooi bedrag bij elkaar gespaard hebt.

Clara: Maar als ik ooit geld nodig heb, voor zeep of kleding…

Berthilda: Dan kom je naar me toe en dan geef ik het aan jou! Kijk me niet zo aan, kind! Je zou dankbaar moeten zijn dat de gebroeders Laurenz zo bezorgd zijn om jouw toekomst. Hier in het Mariahuis zal je zelfs handarbeid leren, net zoals het koken, naaien en huishouden. Dit zal je ontzettend helpen om ooit een goede huisvrouw en moeder te zijn!

Maar kom nu. Ik zal je jouw bed laten zien.

Hier breng ik je onder, in de grote slaapzaal. Je bent per slot van rekening nieuw en kunt het gezelschap goed gebruiken. 25 andere meisjes zullen hier samen met jou slapen. Behalve een bed heb je tafeltje, een lampetstel om je te wassen en een kledingkast. Dit moet natuurlijk allemaal goed onderhouden worden! En wat dat betreft laat ik absoluut niet met mij sollen! Tussen 21 en 22 uur begint de nachtrust en om 6 uur staan we op. Het is erg belangrijk dat je je houdt aan de huisregels. Van een vroom en godvrezend kind zoals jij verwacht ik bovendien dat je iedere zondag naar de mis gaat. Dus, zoals je ziet heb je hier alles wat je nodig hebt.

Clara: Mag ik ooit een keertje naar huis toe gaan?

Berthilda: Maar kind, dít is je thuis nu. Reizen of uitgaan kost toch alleen maar geld en is ook helemaal niet goed voor je. Maar als je perse een keer naar je ouders toe wilt, zal ik dat na een poosje zeker wel toestaan.

Blijf altijd ijverig, vroom en gehoorzaam, dan zal je het hier goed hebben. Maar kwade en ondeugende meisjes hoeven we hier niet! Als kattenkwaad uithaalt, moet je de weverij gelijk weer verlaten.