Töddenlandroute

Audio

Text

Waarom heb ik in hemelsnaam niet naar de zeemannen in de haven geluisterd? Zij hebben me toch nog gewaarschuwd om bij een oprukkende storm het IJsselmeer niet op te varen. Maar ik stoere kerel weet altijd alles beter. Onder het dek is alles vol met water gelopen, het ziet er erg slecht uit. Het linnen is ook verpest. Ik ben zo vreselijk bang. Hoe moet het nu met mijn liefste Irmi in de kinderen?
Onze vader die in de hemele zijt, uw naam worde geheiligd. Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede. Op aarde zoals in de hemel.
…. Als ik deze helse rit overleef dan zal ik u, o lieve God, eeuwig dankbaar zijn. Laat mij op het vaste land boeten voor mijn zonden. Ik beloof thuis een kapel voor de heilige Anna op te richten. Koste wat kost. Dat zal mijn eerbetoon zijn, o Heer. Sta mij bij!
Zo moet het zijn gegaan, toen de Tödde Teeken samen met zijn broer uit Hopsten tijdens zijn handelsreis over het IJselmeer in scheepsnood is geraakt. Zij gebeden werden gehoord, want hij heeft deze hachelijke situatie niet met de dood hoeven te bekopen. In plaats daarvan kwam hij zijn belofte na en liet hij een kapel bij de Breischen bouwen. De Breischen is een stadsdeel van Hopsten en tegenwoordig nog een officieel bedevaartoord. In de kapel St. Anna is de oprichtingsdatum nog heel duidelijk te zien. Kom maar eens een kijkje nemen en steek een kaarsje aan voor de gebroeders Teeken.