Töddenlandroute

Audio

Text

Ik ben Fritz de koetsier. Ik werk al sinds 1680 voor een koopman uit Recke, dus al bijna 10 jaar. Door weer en wind haal ik zakken vol linnen rollen uit Warendorf en Bielefeld op. De trajecten zijn voor mij als een tweede thuis. Ik ken dan ook elke hoek en alle sluiproutes. Dat moet ook, zodat ik onderweg een paar douaneposten kan omzeilen. Zo kan men veel geld besparen, weet u.

Op mijn koets heb ik enkel de beste kwaliteit linnen geladen! Dat maakt me trots! Met mijn volgeladen wagen ga ik eerst met de Lingener pont, daarna via de graafschap Bentheim tot aan de havensteden aan het IJselmeer in Holland. Dan geef ik de waren af, die later per schip verder getransporteerd worden. Soms moet ik zelfs nog verder, naar Friesland of Groningen. Dan ben ik bijna twee weken aan stuk onderweg. Een geploeter, maar ja, wat doe je eraan…

Tijdens mijn reizen is mij de laatste tijd iets opgevallen: de Tödden handelen sinds kort ook in ijzerwaren – dus niet alleen maar in linnen. Ik kan me ook goed voorstellen waar dat aan ligt! Ik heb in een café gehoord dat de Pruisische koning wil dat er alleen nog maar producten uit zijn ijzerindustrie in Brandenburg verkocht worden. Dat krijgen de Tödden natuurlijk mee, ze zijn niet achterlijk.
Nu hebben de kooplieden, die deur aan deur gaan, ineens geen linnen meer bij zich, maar lemmeten, scharen, naalden en messen! Daarom noemen we ze ook geen zakkendragers meer, maar messendragers.
Toch hoeft men niet bang te zijn voor de Lingense messendragers, zoals wij ze noemen – ze hebben er nog nooit iemand mee gestoken, maar handelen er enkel in.