Deze kerk is het oudste gebouw van Uelsen, met een toren van 52 meter hoog. Oorspronkelijk was de toren 90 meter hoog, maar op 17 februari 1683 werd deze door een blikseminslag verwoest.

Het gebouw stamt uit 1649 en werd op zeker moment gebruikt als school, stadhuis en locatie voor de catechisatieles tegelijkertijd.
Tegenwoordig is hier de plaatselijke VVV ‘Uelsen Touristik’ gehuisvest en vinden er tentoonstellingen plaats.
Tot halverwege de 19e eeuw verdienden vele seizoenarbeiders uit heel Noord-Duitsland in Nederland hun brood. Ze maaiden onder anderen het gras van boeren voor de hooioogst. Het monument laat een van deze ‘Pickmäijer’ zien.

Evangelisch gereformeerde Kerk & Oude Stadhuis

Audio

Text

Welkom in het mooie Uelsen! U staat hier precies midden in het centrum van het dorp met de twee meest betekenisvolle historische gebouwen.

De evangelisch-gereformeerde kerk is het oudste gebouw van Uelsen. De onderste delen van de kerk zijn romeins, wat betekent dat ze zeer oud zijn en uiterlijk in de 13e eeuw zijn gebouwd. Het kerkschip komt, net zoals het westelijke deel van de kerk, uit het gotische tijdperk. Er is dus een soort van verbouwingsfase geweest, die rond 1500 klaar was. De godsdienstelijke ruimte is bewust erg simpel gehouden. Dit heeft te maken met het begin van de reformatie in 1588. Bij de gereformeerden was het namelijk niet toegestaan om beelden in de kerk te hebben, aangezien zij een afleiding zouden vormen van het reine woord van God.

Vandaag de dag heeft de kerktoren nog een imposante hoogte van 52 meter. Vroeger was deze echter bijna dubbel zo hoog. In de onstuimige nacht van 17 februari 1683 werd hij tijdens onweer geraakt door de bliksem en zodoende zwaar beschadigd. Nadien werd de kerktoren niet weer hersteld naar zijn oude hoogte.

Er zijn nog meer interessante details met betrekking tot de manier waarop deze kerk gebouwd is. Aan de kerkmuur in het zuiden kun je meerdere groeven zien zitten, die “pestgroeven” genoemd werden. Naar verluid zijn deze ontstaan in de 17e eeuw, toen Uelsen geteisterd werd door de pest. Compleet vertwijfeld gingen mensen naar de kerk, krasten daar wat stof los van de muur, losten dit op in water en dronken dit dan vervolgens. Zo hoopte men dat men door Gods zegen gespaard zou blijven van deze verschrikkelijke ziekte.

Daarnaast is de zogenoemde “grouwenkerken” opvallend, nu de hoofdingang van de kerk, maar in de katholieke tijd stond hier nog een altaar voor de heiligenverering. Verder is ook de binnenkant van de kanse interessant met haar Nederlandse inschriften.

Toen Ernst Wilhelm von Bentheim in 1668 converteerde naar het katholieke geloof, wilde hij alle geestelijken in het graafschap vervangen door katholieke. De pastors in het graafschap zochten hulp in het machtige buurland Nederland. Dit had ten gevolg dat alle gereformeerde geestelijken op hun plek bleven en Nederlands tot in de 20e eeuw kerk- en schooltaal was.

Het schattige kleine huisje met torentje en het dorpswapen boven de deur, is het oude gemeentehuis. Op een boog uit zandsteen aan de westkant van het gebouw staat het jaartal 1649, wat erop duidt dat het gemeentehuis toen gebouwd is. Het huis werd lang voor verschillende doeleinden tegelijkertijd gebruikt, bijvoorbeeld als gemeentehuis maar ook als school en voor de les voor het gereformeerde vormsel: Konfirmation. Nadat de kerktoren zo beschadigd was geraakt door het onweer, kreeg het gemeentehuis zelfs dit torentje zodat de gelovigen naar de godsdienst geroepen konden worden. Sinds 2005 zit hier het kantoor van de toeristeninformatie Uelsen. Ook zijn hier regelmatig concerten en exposities. Daarnaast is boven ook een zaal te vinden waar mensen in het burgerlijk huwelijk kunnen treden.

Pickmäijer-Monumet

Audio

Text

De Hollandgangers ofwel Pikmaijer hoorden bij Uelsen, net zoals ze bij de seizoenen hoorden, waarin ze onderweg waren. Ze kwamen vooral uit het noordwesten van Duitsland, waar de grond vrijwel onvruchtbaar was en daardoor voor weinig gewasopbrengsten zorgde. Er was een sterke bevolkingstoename, die de regio niet aankon, aangezien er te weinig land met en goed vruchtbare bodem was. Steeds meer mensen werden afhankelijk van de opbrengsten van het land. Daarnaast waren er ook steeds meer mensen zonder eigen land.

De enige mogelijkheid tot overleven was voor velen om gedurende de zomermaanden naar Nederland te gaan en daar te gaan werken voor een beter salaris. Nederland was toen namelijk in verhouding een stuk rijker. Vooral in de lente doken de ”Hollandgangers” ofwel Pikmaijer op in Uelsen, als ze op weg naar Nederland waren. Het woord pik is Nederduits voor het Nederlandse woord pek. Het heeft betrekking tot het pek die gebruikt werd als lijm voor schuurpapier om de zeisen te slijpen. Het woord “pikmaijer” maakt dan ook duidelijk dat de hollandgangers veelvuldig, maar niet uitsluitend, in de landbouw werden ingezet. Tegelijkertijd heeft de naam ook een keerzijde: pik heeft namelijk een ontzettend peneterante geur. De benaming “pikmaijer” wordt alleen gebruikt in de nedergraafse regio.

De weg via van Lingen via Wietmarschen, Neuenhaus, Uelsen, en Itterbeck naar Venebrugge over de Nederlandse grens werd veelvuldig voor vrachtverkeer en door de Hollandgangers gebruikt. Soms waren er wel duizenden van hun tegelijkertijd onderweg. Dit leidde ertoe dat wel eens 300 personen tegelijkertijd hier in Uelsen wilden overnachten. Voor gasthuizen en herbergen waren dit natuurlijk welkome inkomsten. De magistraat hield hierbij echter wel een oogje in het zeil: naar verluid waren vooral de dochters van de gastheren wel erg actief bezig met het werven van nieuwe gasten, wat natuurlijk niet zo sjiek was. Het is een feit dat niet alleen veel pikmaijers door Uelsen getrokken zijn, maar dat ook een aantal is blijven plakken, als men kijkt naar de namen van de huidige bewoners van Uelsen.

Met de komst van de industrialisering en de toenemende vraag naar werknemers, werd de stroom naar Nederland steeds minder. En zo stopte rond het begin van de 20e eeuw de jaarlijkse wandeling, die bijna 200 jaar lang vanzelfsprekend was geweest.

Dit bronzen standbeeld voor gasthuis Rosenthal mit de titel “Pikmäijer” werd in 1997 door de kunstenaar Leo Janischowsky gemaakt en herinnert aan de tijd van de Hollandgangers en aan hun route door Uelsen.