Audio

Text

Johann Heinrich Arnold Pruismann was sinds mei 1843 leraar op de basisschool in Warsingsfehn- voor een halve eeuw notabene! Pas op 70-jarige leeftijd ging hij met pensioen.

Aan de leraren van de 19. eeuw valt veel waardering te betonen, bijzonder op het dorp. Vaak was er alleen één klaslokaal, geen spoor van indeling qua leeftijd en bovendien leerlingen, die je niet als „buitengewoon beschaafd“ kunt beschrijven. Maar ook de leraren op de basisschool waren eerder „uit rustiek hout gesneden“ , anders hadden ze in deze leefomgeving zich niet staande kunnen houden. Toen Pruismann in de jaren 40 van de 19-de eeuw met zijn baan begon, bestond hier nog geen lerarenopleiding. Een leraar werd bij voldoende bekwaamheid ten eerste als „hulpleraar“ in dienst genomen. „Bekwaamheid“ heette toen, enigzins te kunnen lezen, schrijven en rekenen en goed thuis te zijn in de Bijbel. Ook ging men ervan uit, dat de leraar in hoofdbetrekking zijn assistent onder z`n hoede nam. Dus was het loon niet al te geweldig en was georienteerd aan het vaak krappe schoolgeld, dat die ouders van de kinderen moesten betalen. Om de salaris te verhogen, werkte de laraar ook nog als koster of bespeelde het kerkorgel. Omdat toen in Warsingsfehn geen kerk stond, bestond er deze mogelijkheid niet.

Men zou graag denken, dat dit geen goede omstandigheden waren, maar Pruismann die afkomstig uit Leer was, vestigde zich keurig en werd in vele decennia`s een echte „Fehntjer“ zoals de veenkolonisten zich zelf noemden.

Pruismann was „die“ schoolmeester in Warsingfehn . Zijn vermogen is hoog te waarderen, bijzonder in het overdragen van zijn kennis in wiskunde, als je bedenkt, dat hij veel van zijn leerlingen in staat stelde, de veeleisende leergangen voor stuurman en kapitein in Timmel en Leer te kunnen volgen- voor de zeevarende „Fehntjer“ een essentiele voorwaarde! Een van hen, met name Hemme Janssen werd zelfs rector op de school voor zeevaart in Leer!

Pruismann engageerde zich , waarschijnlijk om zijn salaris aan te vullen, bovendien als veenbeheerder voor de erf-verpachter van Warsingsfehn, die toen in het verre Berlijn woonde. Het was zijn taak, de communicatie en de verdeling van de taken te coordineren en een evenwicht tussen de belangen te waarborgen. Dat was zeker ook niet voortdurend gemakkelijk, omdat de Berlijnse nakomlingen van de toenmalige „Obererbpächter Warsing“ met het alledaagse leven en de problemen in het verre „Oostfriesland“ nauwelijks bekend waren. Maar ook hier kon Pruismann zich standhouden. Aan zijn opvolger Meine Janssen kon hij een „goed ingericht huis“ overgeven. Maar één jaar naar zijn pensionering, op 71- jarige leeftijd overleed Johann Pruismann, betreurd als zeer gerespecteerde persoonlijkheid, die heel veel voor Warsingsfehn gedaan heeft.