Töddenlandroute

Audio

Text

Ook toen de Tödden vergeleken met de rest van de landelijke bevolking zeer rijk waren, waren ze alles behalve gierig. Een mooi voorbeeld van de vrijgevigheid van de kooplieden zijn de schenkingen van twee Tödden uit Freren:
De Tödde Adolf Pott uit de Töddenfamilie Pott-Holtmann werkte eerst vele jaren in Nederland, voordat zijn werk naar de kolonie Nederlands-Indië verhuisde. In 1784 stierf hij daar aan koorts. Met zijn erfenis schonk hij de katholieke kerk in Freren een prachtige kroonluchter. Nog altijd is de inscriptie goed leesbaar. Hij werd in het Nederlands geschreven en luidt: Tot lof & eer van god. Is dese kroon vereerd. In de Roomsche kerk tot frerer. Door my Adolph Pot. Amsterdam den 4. April 1788.
Een andere belangrijke stichting is de kerkklok van Freren. In 1784 schonk de uit Freren stammende Amsterdamse koopman Wouter Sleumer deze klok. Hij was de voormalige buurman van Adolf Pott. De inscriptie van de klok is eveneens in het Nederlands geschreven: De vryheyd is van koning Friderik ontvangen. Om dese klok alhier te hangen. Dus luyde wy voorgods en's konings eer. Lang leeve Friderik onsen heer. Amsterdam 1. Juli 1784. Door Wouter Sluymer.
De schenking op zich is al zeer gul. Maar het idee, dat klokken echt opgehangen en geluid werden, gold in deze tijd als een kleine revolutie: experts hebben ontdekt, dat de mensen destijds de vergunning voor deze klok zelf van koning Frederik II van Pruissen hebben gekocht. Daarbij hoort de inscriptie „De vryheyd is van koning Friderik ontvangen.“. De Frerener klok is daarom ook met grote waarschijnlijkheid de enige klok in de katholieke kerk die verbonden is met de vrijegeestige Frederik de Grote. Voorheen mochten er in de graafschap Lingen enkel evangelische kerken een klok in het bezit hebben en deze ook luiden.