Ochtrup

Ruzie met de abdis, een nieuw ambtshuis voor de stad

Audio

Text

Welkom in het vooruitstrevende dorpje Ochtrup! Ja, sinds de industrie hier is neergestreken, met als belangrijkste speler de fabriek van de gebroeders Laurenz, gaan we er met grote stappen op vooruit. Ochtrup komt steeds meer aan in de nieuwe tijd. En wie kan daar nou meer over weten dan ik, Adolph Schumann, sinds 1855 ambtenaar in de smalstad Ochtrup.
Ik ben eindverantwoordelijk voor de administratie, dus regel ik alle papierzaken omtrent belasting, het onderwijs, de gezondheidsvoorzieningen, infrastructuur en economische ontwikkelingen. Zoals u hoort ben ik een druk man, met een groeiend takenpakket. Lang had Ochtrup slechts een klein ambtshuis, met onderin de brandweer en een gevangenis, bovenin twee kantoren en een vergaderruimte. Maar het groeiende bewonersaantal vergt ook meer administratieve werkzaamheden, en dus groeiden we uit onze eigen jas. De gemeente besloot een groter pand te bouwen. Het gunstigst vond men hiervoor het perceel tegenover het ambtshuis, waar het huis van zadelmaker Kock stond. Zodoende besloot men om op dit perceel, en op een deel van de oude stadsmuren, een nieuw pand te bouwen.
En nu hebben we eindelijk een passend ambtshuis. Overigens op een historisch interessante plek – want dit plein was oorspronkelijk helemaal niet gepland. Toen men eind 16e eeuw besloot om voor Ochtrup een stadsmuur te bouwen en de stad door een singel te omgeven, waren oorspronkelijk slechts twee poorten in de muur voorzien: “Weinerpoort” op het zuiden en de “Bergpoort” op het noordwesten. Echter bestond in de noordoostelijke hoek van de toekomstige singel een nederzetting, die men “Dränke” noemde. Daarom is dit nu ook het “Dränkeplein”. Deze nederzetting zou buiten de vesting Ochtrup liggen en door de constructie van stadsmuur en –singel afgesneden worden van het oude wegennet. Het zou de bewoners van Dränke niet alleen meer tijd kosten om in de stad te komen, ook de directe route naar het klooster Langenhorst zou onderbroken worden. Aangezien het klooster van Ochtrup veel land en pachtrechten bezat, protesteerde abdis Christina von Raesfeld bij de vorstelijke bisschop in Münster. Ze verzocht hem om ervoor te zorgen, dat de stadsmuur ook een poort op het oosten zou krijgen. Maar de inwoners van de stad Ochtrup stonden niet te springen om een derde poort – het bewaken van twee poorten was immers al genoeg werk. Uiteindelijk moest er een ontmoeting tussen de abdis en vertegenwoordigers van de smalstad aan te pas komen, maar kreeg zij wel haar zin. In 1597 was de bouw van de derde poort afgerond en de “Bültpoort” was een feit. Hij stond daar, waar je nu vanaf het Dränkeplein de Bültstraat oprijdt.
Ziet u, zo ontstaat iets nieuws op de grondstenen van iets ouds. En ik zal u nog iets vertellen: de grenzen van onze mogelijkheden hier in Ochtrup zijn nog lang niet in zicht. We hebben zelfs een werkende riolering, en de eerste elektriciteitsaansluitingen zijn aangelegd. We zijn klaar voor de toekomst!