De Uelser windmolen, die in 1748 gebouwd is, is een zogenaamde grondzeiler met een staart en zeilwieken. Voor de eerste keer in 91 jaar draaiden de wieken van de Molen in 2019 na uitgebreide renovatiewerkzaamheden weer.

Audio

Text

De molen van Uelsen is één van de weinige molens in deze verre omgeving met een adellijke titel, aangezien ze ook wel de ‘vorstelijke’ molen genoemd wordt.

Zelfs de manier waarop ze gebouwd is, is bijzonder. Het is namelijk geen ouderwetse standerdmolen. Bij een standerdmolen stond, zoals de naam al verraadt, de houten molenkast op een standerd, en kon de kast zodoende met de wind mee gedraaid worden. Maar dit is een moderne typisch Nederlandse molen, die ‘achtkante bovenkruier’ wordt genoemd. In tegenstelling tot de standerdmolen met zijn vier kanten, heeft de romp van deze molen acht kanten. Zo kan de bovenkant van de molen met de wind meegedraaid worden. Daarnaast heeft dit soort molen prachtig lange wieken tot bijna aan de grond.

Oké, eerlijk gezegd is dat verhaal over die adellijke titel toch niet helemaal waar. Daarom nu terug naar de feiten: de molen werd gebouwd in 1748, toen de graaf van Bentheim regeerde. De burgermeester van Uelsen, Gerrit Bremann, had een vergunning aangevraagd om een molen te bouwen op het hoogste punt van de stad. De vergunning werd verleend met de voorwaarde dat de burgermeester de bouw van de molen zelf zou moeten betalen. Daar stond tegenover dat hij de eerste 20 jaar geen pacht verschuldigd zou zijn voor het land. Echter ging alles niet helemaal zoals gepland: het financiële plaatje klopte niet! Daarom ging in 1753 het graafschap van Friedrich Karl von Bentheim voor 30 jaar in onderpand bij de keurvorst van Braunschweig en Lüneburg. De hoge kosten voor de bouw van de molen waren zo’n zware financiële last op de schouders van de burgermeester, dat hij uit eindelijk het eigendomsrecht van het stuk land moest afstaan. In de volgende decennia wisselde de molen nog vaak van pachter.

Bovendien hadden ook de graafen van Bentheim hun heerschappij voor goed verloren. Zij gingen in 1815 over in Hannover, en later op in Pruissen.

Eind goed al goed? Tot op een bepaalde hoogte wel ja. De familie van Bentheim werd tot vorsten benoemd, wat ook de vorstelijke titel van deze molen verklaart. En de inspanningen van de burgermeester waren zeker niet voor niets, want pas na 180 jaren stopte deze molen met haar werkzaamheden en werd ze met land en al verkocht.

Later kwamen de molen en het land in het bezit van de gemeente Uelsen, die zich nu inzet voor het behoud hiervan. Na een intensieve renovatieperiode onder leiding van de dorpsvereniging, vond de feestelijke heropening van de molen plaats op pinkstermaandag 2019, de “Duitse Molendag”. Na meer dan 91 jaar draaiden de wieken van de molen voor het eerst weer.