Friedensroute

Audio

Text

Man: Ah, daar is wederom de bode te paard. Ach, zo lang als het maar een ruiter is, dreigt er nog geen gevaar!

Wat hebben we in de afgelopen 30 jaar in oorlog allemaal moeten doorstaan! Steeds weer kwamen de legers van hoge heren door het land getrokken en hebben ons alles, wat we hadden, afgenomen. Soms kwamen soldaten en dreigden ons met brand en moord, als we hen niet gaven, wat ze wilden: vaak verpleging voor hunzelf en hun paarden, of geld. Soms overvielen ze ons als rovers, plunderen ons en stelden zich gewelddadig op. Sommige buren zijn eraan ten gronde gegaan! Mening jonge kerel wist niet wat hij met de situatie aan moest. Zij gingen achter de soldaten aan, en sloten zich bij hen aan. Maar dat pakte voor de minsten gunstig uit. Ze werden zelf deugnietjes! Zoals onze Heer zei: „Allen, die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan“, en dan maakt het niet uit of het door het zwaard of de galg komt.

Omdat we ons beseffen dat het gespuis hier blijft rondspoken, worden de straten nauwlettend geobserveerd. Als we een waarschuwing krijgen, doen we wat ons voorvaderen ook al eeuwig deden: we trekken ons terug in onze kerkburg met de oude grijze torens, de „griese toarn“ zoals wij hem noemen. Muren twee flinke passen, de grondmuren zelfs negen passen in het kwadraat, en dan met een hoogte, die zelfs de hoogmoedigste telg niet durft te beklimmen – dat is zo slecht nog niet. Zo blijven wij met onze families in zekerheid en kunnen we ons vanuit de schiettuin verdedigen.

Helaas zijn we niet tegen alle vormen van gevaar opgewassen: tegen kanonnen of brand zouden we ons niet echt kunnen beschermen. Nog steeds komen de afgezanten van het regiment en vorderen contributie, zoals ze het noemen. Ze denken daar recht op te hebben, en als we niet kunnen betalen, dan nemen ze gijzelen en moeten wij dat afbetalen. Zo blijft het leven toch onzeker. Niemand weet, of we zelf kunnen oogsten wat we zaaien, of dat de oorlogswals onze velden weer droog legt, zodat we alleen maar brood van eikels en beukennootjes kunnen bakken. Ik kan niet wachten op de dag, dat een postruiter komt om vrede te verkondigen.